In tegenstelling tot wat wel eens gedacht wordt, hoeft experimentele film geen synoniem te zijn met strenge vormelijke creaties. John Smith is hiervan een levend bewijs: zijn werk wordt gekenmerkt door een soort kurkdroge humor die niemand onberoerd – of onbeschadigd – laat. De laatste jaren zagen al talrijke evenementen en retrospectieven rond John Smith en zijn films, wat zijn status als centrale persoonlijkheid in de Britse en internationale avant-gardecinema nog eens bevestigt.
Smith’s vroegste films, in de jaren 1970, waren sterk beïnvloed door het structuralisme, maar het is zijn onvoorwaardelijke liefde voor de Engelse taal en de beeldtaal die de echte sleutels zijn voor de ontcijfering van zijn oeuvre. Zijn films zijn onuitputtelijke schatkisten vol puns en woordspelingen, verdraaide spreekwoorden, dubbele bodems en taalgrapjes allerhande. Even gymnastisch gaat hij om met de visuele taal van beelden, waarin hij speelt met codes en conventies en die hij met volstrekt onorthodoxe montagetechnieken ontwricht. Een andere inspiratiebron vindt hij in de banale alledaagsheid van het bestaan: in al zijn films gebruikt hij kleine onopmerkelijke voorvallen, die op het eerste zicht onbelangrijk lijken, als aanzetten voor fictie en dramatisering. Aan elk verhaal ontdekt hij wel een onverwachte invalshoek of een verborgen kant. John Smith schept er, met andere woorden, een duivels genoegen in om de grenzen tussen documentaire, fictie en experimentele cinematografie te laten vervagen. In het verleden was hij al eens te gast in Nova, maar het is met veel genoegen dat wij deze keer een retrospectieve van de films van John Smith zij aan zij met die van zijn vriend Avi Mograbi voorstellen. Dit is een unieke gelegenheid om een aantal kortfilms terug te zien die ondertussen klassiekers zijn. John Smith is ook te gast in Cinematek tijdens het Âge d’Or programma met zijn twee recentste kortfilms.