Nagisa Ôshima, de beroemde cineast van de Japanse nouvelle vague, werpt zich onmiddellijk op als een van de meest geëngageerde en inventieve regisseurs van zijn generatie. Aanvankelijk werkt hij binnen het systeem, maar al snel wordt hij geconfronteerd met de limieten daarvan: zijn eigen studio verbiedt zijn film "Night and Fog in Japan" die het studentenverzet tegen Anpo in 1960 onderzoekt. Net als Wakamatsu en vooral Adachi wil hij avontuurlijke cinema maken en wijst hij het systeem af. Wakamatsu zet de omstandigheden naar zijn hand en spit vaak dezelfde motieven uit, maar Adachi (net als Katsu Kanai, enkele maanden geleden te gast in Nova) volgt het door Ôshima geformuleerde idee van een cinema die zich onophoudelijk vernieuwt en nooit in herhaling valt. Hij brengt blijkbaar ook enkele benevelde avonden in de bars van Shinjuku met Adachi door en stelt hem voor om samen te werken aan drie projecten: de twee films in dit programma en "Diary of a Shinjuku Thief" (1969).
Masao Adachi & Nagisa Ôshima