Rond de jaren 1960 schrikken gewelddadige verzetsbewegingen Japan op. De oppositie tegen het naoorlogse politieke klimaat groeide. Een nieuw links dat de tegenbewegingen samenbrengt, voornamelijk van studenten, ziet het licht. De hernieuwing in 1960 van het Veiligheidsverdrag tussen Japan en de Verenigde Staten, kortweg Anpo, is in de ogen van velen een nieuwe ontwikkeling in de Amerikaanse inmenging in Japan, meedoen met het imperialistische spel van de V.S. en de transformatie in militaire basis voor de oorlog in Vietnam. De strijd voltrekt zich rond deze katalyserende gebeurtenis. Het vuur blijft smeulen om op het einde van het decennium weer aan te wakkeren wanneer Anpo verlengd moet worden. Dit brengt een enorme mobilisatie teweeg en de confrontaties met de politie en extreemrechts bereiken een hoogtepunt. Gewapende revolutionaire groepen ontstaan en zetten de strijd op een radicale manier verder.
De revolutie is ook cultureel. De opschudding wordt veroorzaakt door artistieke bewegingen die sterk verankerd zijn in de sociale strijd die nieuwe vormen verkennen en uit de oude cocons barsten. In de filmwereld wordt het rigide systeem van de grote studio’s in vraag gesteld. Er komen alternatieven tot stand en een daarbij behorende nieuwe generatie cineasten. Er ontstaat ruimte voor vrije expressie, zowel in de geëngageerde documentaire als in de erotische cinema in de marge van de nouvelle vague. De combinatie van het gespannen sociale klimaat, dat soms gewelddadige proporties aanneemt, en de vrijheid van experiment voedt een rijke en dynamische filmproductie, sterk beïnvloed door de tijdgeest, en desalniettemin nog steeds pertinent vandaag de dag. Wij verkennen deze context aan de hand van de sleutelfiguur Masao Adachi. Parallel is er een retrospectieve van de films van Kôji Wakamatsu in Cinematek.
Dit programma kwam tot stand met de hulp en de goede raad van Dick Stegewerns en Gô Hirasawa, in samenwerking met Cinematek en met de steun van Marcel vzw en VDFC.