Aan de hand van 8 films (allen vintage 35mm) biedt Offscreen een ongewone ontdekkingsreis langs de Japanse exploitation cinema uit de jaren ’70, waar arthouse en grindhouse, avant-garde en exploitatie op ingenieuze wijze met elkaar versmelten. Het wordt een cinematografische trip vol kleurrijke pop art beelden, gedurfde vormexperimenten, anti-establishment provocatie en soms rechttoe rechtaan politiek anarchisme. Als topless vrouwenbendes, wrede kostschoolmeisjes en op wraak beluste zwaardklievende maagden je ding zijn, dan weet je waar naartoe.
Net zoals in andere landen had het Japanse bioscoopbezoek vanaf eind jaren 60 te lijden onder de moordende concurrentie van de televisie. Terwijl Hollywood de strijd aanbond door middel van nieuwe bioscoopprocédés zoals Technicolor, reageerde de Japanse filmindustrie op een wel heel bijzondere manier, namelijk met het aanbieden van materiaal dat te controversieel was voor televisie. De grote Japanse filmstudio’s zoals Nikkatsu en Toei konden een tijd lang de financiële rampspoed afwenden door het coöpteren van de zogeheten "pink eiga" of "pink film", een vorm van softcore porno die vroeger het exclusieve domein was van kleine, onafhankelijke productiehuizen.
Nikkatsu begon met zijn "roman porno", een reeks bizarre softerotische prenten, gelardeerd met romantische en brute S&M intermezzo’s. Toei reageerde hierop met een resem actie-georiënteerde films, de "Pinky Violence", exploitation cinema gekruid met een flinke dosis naakt en geweld. Gekenmerkt door sterke, onafhankelijke vrouwelijke hoofdrollen, heldinnen die even sexy als gevaarlijk zijn, bewandelen deze films het slappe koord tussen enerzijds pure exploitatie en anderzijds vrouwelijke emancipatie en empowerment.
De hoogdagen van beide stromingen lagen tussen 1970 en 1977 toen de films konden rekenen op degelijke ’production values’ en een hoge publiek opkomst. De studio’s gebruikten het genre om talrijke nieuwe regisseurs uit te testen en stimuleerden op een actieve manier experiment en innovatie. Jonge beeldenstormers als de regisseurs Koji Wakamatsu, Norifumi Suzuki, Teruo Ishii, Kinji Fukasaku en Shunya Ito en actrices als Meiko Kaji, Reiko Ike en Miki Sugimoto maakten in die context hun opgang en bevestigen tot op vandaag hun cult reputatie.